Historie

Ooit waren er meerdere Kruisverenigingen en een TBC-vereniging in Bodegraven. In de 70-er jaren van de 20e eeuw fuseerden de verenigingen tot de vereniging Interkruis.

Kruisgebouw
De diensten van Interkruis werden uitgevoerd in het kruisgebouw aan de Willem de Zwijgerlaan in Bodegraven, dat bij de fusie in eigendom was verkregen door Stichting Centraal Magazijn voor Ziekenverplegingsmateriaal Kruishulp Bodegraven. Deze Stichting bestond al sinds 1951.
Het kruisgebouw schoot op allerlei terreinen te kort en vanaf het moment dat Interkruis ontstond is er gewerkt aan plannen voor een nieuw kruisgebouw. Alle energie die daar werd ingestopt leek aanvankelijk tevergeefs. Het bestuur realiseerde zich niet dat het kruisgebouw er wel zou komen, maar dat de regie volledig bij de gemeente lag. Zij bepaalde het moment en de plaats voor het nieuwe gebouw.

De penningmeester, die bankier was, kon goed overweg met het verbindingskantoor van de AWBZ, dat inmiddels de salarissen van het personeel bekostigde. Hoe goed het contact tussen de penningmeester en het verbindingskantoor ook was, de financiering van de kruiszorg bleef een grote zorg voor het bestuur omdat alles aan uiterst strenge en soms merkwaardige regels werd verbonden. Niettemin kwam in het midden van de 80-er jaren het kruisgebouw in de Julianastraat nr 50 er. Het was een combinatie van een oud kaaspakhuis en nieuwbouw.

Financiering
De financiering was voor het grootste deel afkomstig uit het vermogen van de Stichting Kruishulp maar ook voor een deel uit het eigen vermogen dat in de loop der tijd was opgebouwd. Immers, de meeste Bodegravers betaalden als lid van de Kruisvereniging Bodegraven contributie, terwijl het leeuwendeel van de kosten inmiddels door de AWBZ werd gedragen.

In de daarop volgende jaren kwamen twee panden in de Julianastraat , de nrs 48 en 46 te koop welke door de Interkruis werden aangeschaft onder het motto “het huis van de buren komt maar eenmaal te koop”. Er was voldoende ambitie om nieuwe activiteiten op te starten.

Rijn en Wiericke
Inmiddels zette de overheid, die niet met al die steden en dorpen over de financiën wilde onderhandelen en controle wilde uitoefenen, de locale kruisverenigingen onder druk om te fuseren tot regionale kruisverenigingen. Zo ontstond de kruisvereniging “Rijn en Wiericke” waar Bodegraven en Woerden de grootste partners van waren.

In die tijd werd overigens met verbazing door het Bodegraafse bestuur de enorm toenemende bureaucratisering van het “kruiswerk-apparaat” gade geslagen.

Per 1 januari 1989 ging de gemeente Woerden door een herindeling over naar de provincie Utrecht en kwam er een einde aan de samenwerking in kruisvereniging Rijn en Wiericke. Bodegraven viel daarna in de regio Gouda waar een heel team van managers likkebaardend naar het vermogen van de kruisvereniging in Bodegraven zat te kijken.

Fusie
Kort daarna had het bestuur van het Groene Kruis in Nieuwerbrug te kennen gegeven hun bestuursactiviteiten te willen beëindigen. De Bodegraafse en Nieuwerbrugse vereniging fuseerden en het pand aan de Korte Waarder werd verkregen.

Het bestuur van de kruisvereniging in Bodegraven heeft daarna het nog lang volgehouden om zelfstandig te willen blijven en ontwikkelde daarbij plannen voor een gezondheidscentrum in Bodegraven. Er werd gesproken met de huisartsen en Goudse specialisten (in de tijd dat ziekenhuizen per jaar maar een aantal ingrepen per discipline mochten verrichten) en zelfs met een van de grotere ziektekostenverzekeraars.

Het net van de overheid en de Goudse kruisorganisatie Midden Holland sloot zich echter om Bodegraven, waardoor zij helemaal alleen kwam te staan in de regio en het bestuur gedwongen werd het hoofd in de schoot te leggen.

Vermogen
Intussen had het bestuur van de Stichting Kruishulp in 1986 het oude kruisgebouw verkocht en beheerde een vermogen waarbij geen activiteiten ten gunste van de Bodegraafse burgerij werden ontplooid. Het bestuur van de Bodegraafse Kruisvereniging wist het bestuur van de Stichting Kruishulp er toe over te halen om hun taken neer te leggen en over te dragen aan de bestuurders van de Kruisvereniging.

Deze bestuurders hadden nu dus een dubbele bestuurlijke taak. Maar aangezien de zorg van een goed functioneren van het kruiswerk geheel uit handen was genomen door Kruisvereniging Midden Holland te Gouda bleef er maar één zorg over: Hoe houden we Bodegraafs geld in Bodegraven ?

Dankzij fenomenaal denkwerk van de toenmalige penningmeester werd er een ontvlechtingsmethodiek opgesteld waardoor aan de overheid kon worden aangetoond dat het vermogen van de Kruisvereniging niet alleen uit AWBZ-geld bestond maar vooral uit contributies, oud TBC-verenigingsvermogen en de niet onaanzienlijke waardestijging van de aangekochte panden. Het resultaat van de onderhandeling in 1993 kwam hierop neer dat de Vierstroom  (de rechtsopvolger van Kruisvereniging Midden Holland) fuseerde met Kruiswerk Bodegraven/Nieuwerbrug en de gebouwen in de Julianastraat en Korte Waarder daardoor overnam.
Nadat de diverse hypotheken waren afgelost bleef het restant van het vermogen in de Stichting Kruishulp en was de Bodegraafse Kruisvereniging verdwenen.

Subsidiestichting
Van meet af aan werd gesproken over het Bodegraafse geld voor de Bodegravers.  Zo ontstond al snel het bewustzijn dat het opgebouwde vermogen – binnen afgesproken grenzen- zo nuttig mogelijk moest worden besteed.  En de beste manier waarop dat kon gebeuren was door de Stichting Kruishulp om te zetten in een subsidiestichting met strakke statuten. Zo gezegd zo gedaan.
In een aantal stappen zijn deze statuten tot stand gekomen en werd reeds in 1993 bij de notaris de Stichting BONAZ een feit.